EMU-saldo

Het overzicht van het EMU-saldo is een verplicht onderdeel in de begroting. Samen met de geprognosticeerde balans geeft het inzicht in toekomstige ontwikkelingen van de financieringsbehoefte van de gemeente Gouda.

Omschrijving (Bedragen in € x 1.000)

2024

2025

2026

2027

2028

Volgens realisatie tot en met sept. 2024, aangevuld met raming resterende periode

Volgens begroting 2025

Volgens meerjarenraming in begroting 2026

Volgens meerjarenraming in begroting 2027

Volgens meerjarenraming in begroting 2028

1. Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c)

3.000

-14.797

-2.924

4

46

2. Mutatie (im)materiële vaste activa

27.815

27.235

24.256

25.982

23.593

3. Mutatie voorzieningen

-1.107

3.475

-8.194

-1.692

1.707

4. Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie)

-12.726

-1.078

-19.516

-401

-1.179

5. Verwachte boekwinst/verlies bij de verkoop van financiële vaste activa en (im)materiële vaste activa, alsmede de afwaardering van financiële vaste activa

0

0

0

0

0

Berekend EMU-saldo

-13.196

-37.479

-15.858

-27.269

-20.661

De begroting van Gouda is opgesteld conform een (gemodificeerd) stelsel van baten en lasten. In het BBV, art. 20 is de verplichting vastgelegd dat de gemeenten het geraamde EMU-saldo moeten opnemen in de programmabegroting over het vorig begrotingsjaar, het begrotingsjaar en de drie daarop volgende jaren. Het EMU-saldo is het saldo van de inkomsten en uitgaven met derden van de overheid op transactiebasis in een bepaald jaar. Het EMU-saldo geeft aan of er in een bepaald jaar met reële transacties meer geld uitgegeven wordt dan in een jaar binnenkomt, of dat er geld overgehouden wordt. Het EMU-saldo is daarmee een indicatie voor de ontwikkeling van de liquiditeits- en financiële positie (eigen vermogen en schulden) van de gemeente.

In de jaren tot en met 2015 werden er individuele referentiewaarden van het EMU-tekort vastgesteld. Voor 2019-2022 is het jaarlijkse aandeel in het EMU-saldo van de decentrale overheden gesteld op 0,4%. Het aandeel van de gemeenten is gesteld op -0,27% van het BBP. Voor 2023 en verder zijn geen cijfers bekend. Het aandeel in het EMU-tekort betreft een inspanningsverplichting, er staat momenteel geen sanctie op een eventuele overschrijding van het toegestane EMU-tekort. De gemeente wordt niet beoordeeld op de balans in enig jaar, maar wel op de bijdrage aan het voorkomen van een overheidstekort op langere termijn. Kortom: de gemeente mag niet jaar op jaar veel meer uitgeven dan ontvangen.