Toelichting op algemene dekkingsmiddelen

Het begrotingssaldo

Het begrotingssaldo kent het volgende meerjarige verloop.

(bedragen x € 1.000)

2025

2026

2027

2028

Begrotingssaldo

-2.412

74

-1.527

-1.143

(+ = nadeel / last | - = voordeel / baat)

Het saldo wordt administratief technisch in de jaren 2025 - 2028 toegevoegd aan de algemene reserve.

Onroerende zaakbelasting (woningen en niet-woningen)

De ozb is een belasting die gemeenten mogen heffen over woningen en niet-woningen. De ozb maakt onderdeel uit van de groep lokale heffingen (rioolheffing, ozb, afvalstoffenheffing, leges, parkeeropbrengsten, precariobelasting, hondenbelasting, havengelden, staangelden, marktgelden en toeristenbelasting) en genereert voor de gemeente Gouda binnen de lokale heffingen de op een na hoogste belastingopbrengst. De ozb kan worden gesplitst in een eigenarenbelasting en een gebruikersbelasting. De aanslagen ozb worden berekend op basis van de waarde van de onroerende zaken. Deze waardering dient de gemeente uit te voeren op grond van de Wet waardering onroerende zaken.

Het tarief voor de heffing van de ozb wordt jaarlijks gewijzigd. De aanslag ozb wordt berekend naar een percentage van de waarde van de onroerende zaken, zoals die op de voet van de Wet WOZ wordt vastgesteld. Voor het jaar 2025 worden de onroerende zaken gewaardeerd naar waardepeildatum 1 januari 2024.

Aan de lastenkant worden kosten geraamd voor het innen van de opgelegde belastingen, de zogenaamde perceptiekosten. Feitelijk zijn dit alle personele en materiële kosten die verband houden met de oplegging, inning, afhandeling van bezwaarschriften en de kosten van de uitvoering van de Wet WOZ.

Parkeerbelastingen

Tot dit taakveld behoren de heffing en invordering van parkeerbelasting, de opbrengsten van parkeerfaciliteiten en de opbrengsten uit boetes. In Gouda zorgen met name het betaalde straatparkeren rondom de binnenstad en de stationsparkeergarage voor jaarlijkse inkomsten.

Overige belastingen

Tot dit taakveld behoren overige gemeentelijke belastingen, zoals de precariobelasting en de hondenbelasting.

Algemene uitkering en overige uitkeringen gemeentefonds

De (algemene) uitkering uit het gemeentefonds is de grootste inkomstenbron van de gemeente. De hoogte van de algemene uitkering wordt bepaald op basis van objectieve maatstaven zoals bijvoorbeeld het aantal inwoners, het aantal woonruimten en andere sociale en fysieke kenmerken van de gemeente. Naast de algemene uitkering komen uit het gemeentefonds ook decentralisatie-uitkeringen, integratie-uitkeringen en suppletie-uitkeringen, die allemaal hun eigen specifieke basis hebben.

De hoogte van de uitkering uit het gemeentefonds voor de periode 2025-2028 is gebaseerd op informatie uit de meicirculaire gemeentefonds 2024. De raad heeft de verwerking van deze circulaire vastgesteld via een apart raadsbesluit op 3 juli 2024.

De uitkomsten van de septembercirculaire 2024 worden verwerkt in het raadsvoorstel van de programmabegroting 2025 - 2028.

Overige baten en lasten

Binnen dit taakveld presenteert de gemeente de algemene lasten en baten, de post onvoorziene uitgaven algemeen en de stelposten voor nog toe te wijzen middelen. Binnen dit taakveld staan ook de loonkosten voor bovenformatief personeel dat niet meer aan het werk is en de lasten en baten van gedetacheerd personeel.

Onvoorziene uitgaven

Wettelijk is voorgeschreven dat in de programmabegroting een post voor onvoorziene uitgaven is opgenomen. Er zijn geen voorschriften, of normen, over de omvang hiervan. Het is aan de raad om aan te geven welke omvang hij nodig acht. De raming voor 2025 bedraagt € 151.000. Dit is het totaalbedrag dat beschikbaar is voor alle programma’s tezamen, dat onder voorwaarden (onvoorzien, onvermijdbaar, onuitstelbaar) kan worden aangewend. De hoogte van de onvoorziene uitgaven is niet bedoeld om omvangrijke afwijkingen binnen de begroting op te vangen. Daarvoor dient de beschikbare weerstandscapaciteit.

Stelposten

Stelposten zijn posten die wel in de begroting zijn meegenomen voor het algemeen beeld, maar nog niet zijn uitgewerkt of ingevuld. Dit omdat nog niet bekend is hoe de verdeling precies plaatsvindt. Het is wenselijk zo min mogelijk met stelposten te werken.

Binnen de begroting van Gouda zijn de volgende stelposten verwerkt:

  • Stelposten loon- en prijscompensatie: de inkomsten uit het gemeentefonds worden weergegeven in zogenaamde lopende prijzen. Dat betekent dat rekening is gehouden met de verwachte toekomstige cumulatieve loon- en prijsstijgingen. Voor de loongevoelige budgetten is in de begroting in 2025 conform de meicirculaire 2024 totaal 4,4% gereserveerd op de stelpost in afwachting van een nieuwe CAO 2025. De prijsgevoelige budgetten zijn aangepast met 2,2% conform de meicirculaire 2024. Voor de jaren 2026 - 2028 is er ieder jaar cumulatief een loonindex van 2,3% (gemiddeld) en een prijsindex van 2,1% (gemiddeld) per jaar gereserveerd. De indexen worden ieder jaar bij verwerking van de meicirculaire geactualiseerd.

  • Stelpost uitbreiding Westergouwe: op basis van eerdere ramingen van de gevolgen van de bouwactiviteiten in Westergouwe voor de opbrengsten ozb en de uitkering uit het gemeentefonds is ook een (stel)post opgenomen ter dekking van hogere lasten voor de gemeente.

  • Stelpost taakmutaties uitkering gemeentefonds: de taakmutaties die genoemd worden in circulaires van het gemeentefonds worden in afwachting van nadere inhoudelijke en financiële onderbouwing geraamd op een afzonderlijke post in de begroting.

  • Stelpost ontwikkeling kapitaallasten: dit betreft een stelpost voor de ontwikkeling van kapitaallasten in verband met verwachte stijging van investeringskosten.

  • Stelpost motie realisatiekracht: voor de uitvoering van de motie realisatiekracht (aangenomen op 3 juli 2023) is een stelpost opgenomen voor de hieruit mogelijk voortvloeiende kosten.

  • Stelpost onderuitputting meerjarenbegroting: dit betreft een structurele stelpost onderuitputting op de meerjarenbegroting. De verwachting is dat bij een nadere analyse van de begroting op detailniveau er invulling wordt gevonden voor deze stelpost.

Indien de bedragen in onderstaande tabel positief zijn (+), dan betekent dit dat de middelen beschikbaar zijn voor besteding.

Stelposten

Omschrijving (bedragen * € 1.000)

2025

2026

2027

2028

Stelposten loon- en prijscompensatie

1.950

5.107

8.516

15.053

Stelpost uitbreiding Westergouwe

95

95

95

95

Stelpost taakmutaties uitkering gemeentefonds

96

51

90

121

Stelpost ontwikkeling kapitaallasten

0

95

2.595

2.595

Stelpost motie realisatiekracht

500

0

0

0

Stelpost onderuitputting meerjarenbegroting

-471

-926

-926

-926

Totaal

2.171

4.422

10.370

16.938

In de onderstaande tabel is een nadere specificatie en verloopoverzicht opgenomen van de stelpost loon- en prijscompensatie.

Verloop stelpost loon- en prijscompensatie

2025

2026

2027

2028

Prijscompensatie

Beschikbaar op stelpost (bruto)

5.491

7.424

9.387

13.293

Af: indexatie begroting 2025

-3.900

-3.833

-3.681

-3.208

Af: indexatie begroting GR-en 2025

-1.591

-1.833

-1.841

-1.686

Beschikbaar op stelpost prijscompensatie (netto)

0

1.758

3.864

8.399

Looncompensatie

Beschikbaar op stelpost looncompensatie (netto)

1.950

3.349

4.652

6.654

Totaal beschikbaar loon- en prijscompensatie

1.950

5.107

8.516

15.053

Vennootschapsbelasting

Overheden vallen onder de vennootschapsbelastingplicht. Over de winst die zij met ondernemingsactiviteiten hebben behaald, moeten zij vennootschapsbelasting betalen.

De gemeente Gouda verwacht op basis van de huidige cijfers en inzichten dat de activiteiten straatparkeren, parkeergarage en reclame door de ondernemerspoort gaan:

  • voor het Straatparkeren kan een vrijstelling worden toegepast, waardoor geen VPB-druk ontstaat;

  • voor de parkeergarage en reclame gelden geen vrijstellingen en is de geraamde vennootschapsbelasting € 109.000 voor 2025 en € 287.500 voor de periode 2026-2028.