Beleidsvoornemens

Beleidsvoornemens operationele financiering op korte termijn (2025)

Hieronder het verloop van de bancaire financiering:

Omschrijving (bedragen x 1 miljoen €)

Bedrag

Langlopende financiering

272

Kortlopende financiering

31

Totaal

303

Omschrijving (bedragen x 1 miljoen €)

Bedrag

Langlopende financiering

Omvang op 1 januari 2025

242,2

Contractuele aflossingen 2025

-17,2

Opname langlopende financiering met al in 2021 vastgelegd rentepercentage

15

In de tweede helft van 2025 aan te trekken langlopende financiering

32

Totaal op 31 december 2025

272

Kortlopende financiering

Omvang op 1 januari 2025

16

In 2025 aan te trekken kortlopende financiering

15

Totaal op 31 december 2025

31

Beleidsvoornemens op middellange termijn (2026-2028)

De benodigde omvang van de bancaire financiering wordt steeds minder betrouwbaar in te schatten naarmate verder in de toekomst wordt gekeken. Verwachte ontwikkelingen in het investeringsprogramma worden continu bijgesteld, waardoor het beeld voortdurend verandert. Het huidige volume aan investeringen is gefaseerd om een realistischer inschatting te maken van de financieringsbehoefte voor de komende periode. Hierdoor sluit de nieuw aan te trekken financiering beter aan op de realiteit. Op basis van de trends van de voorgaande jaren en de verwachte fasering is de verwachting dat we in de jaren 2025, 2026 en 2027 €120 miljoen aan langlopende financiering zullen moeten aantrekken. Eventueel extra benodigde financiering zullen we voorzien door middel van kortlopende financiering.

Het renterisico over de in de jaren 2025 en 2026 aan te trekken langlopende financieringsmiddelen is voor een groot gedeelte al in 2022 beheerst door voor het jaar:

  • 2025 een tweetal leningen aan te trekken optellend tot € 15 miljoen, die op 1 juli 2025 worden gestort met een vastgelegd rentepercentage van 1,45 % (marktrente nu: 3%)

  • 2026 een langlopende geldlening aan te trekken van € 11 miljoen, die op 1 juli 2026 wordt gestort met een vastgesteld rentepercentage van 2,527 % (marktrente nu: 3%)

Het beheersen van het renterisico van de in 2025 en 2026 resterende verwachte aan te trekken volumes en het verwachte volume voor 2027 wordt in 2024 nader overwogen.

Beleidsvoornemens op langere termijn (>2028)

Gegeven ons investeringsprogramma zullen in de jaren 2028 en verdere jaren structureel langlopende financieringsmiddelen moeten worden aangetrokken. Gezien de hierboven aangegeven onzekerheden en de onduidelijkheden rond het kabinetsbeleid over de wijze waarop gemeenten na 2026 vanuit het gemeentefonds worden gefinancierd, is de omvang van de aan te trekken nieuwe langlopende financieringsmiddelen slechts met een beperkte mate van zekerheid in te schatten. Beheersing van het renterisico van de vanaf 2029 aan te trekken financieringsmiddelen wordt nu nog niet zinvol geacht (zie ook 4.).

Meerjarige schulden ontwikkeling

De hierboven onder 4.4.3.1 tot en met 4.4.3.3 vermelde beleidsvoornemens en uitgangspunten leiden tot onderstaande verwachte ontwikkeling van de gemeentelijke schuldpositie richting financiers.

Meerjarige ontwikkeling schuldquote

In het coalitieakkoord 2023-2026 heeft het college aangegeven de schuldquote te gebruiken als monitoringsinstrument. In onderstaande grafiek wordt, mede op basis van de hierboven onder 4.4.3.1 tot en met 4.4.3.3 vermelde beleidsvoornemens, inzicht gegeven in de tot en met 2034 verwachte ontwikkeling van de schuldquote en de toetsingskaders (GTK) die de provincie Zuid-Holland hanteert. Vanwege het investeringsniveau zien we in een aantal jaren dat de schuldquote iets oploopt. We gaan in de jaren na 2028 naar een netto schuldquote van bijna 100% en het licht springt op oranje. Als de netto schuldquote hoger is dan 130%, dan staat het licht op rood en heeft een gemeente een erg hoge schuld. Door de genoemde fasering in investeringen zal de schuldquote significant afwijken, maar dit geeft aan hoe de ruimte in de schuldquote zich ontwikkelt.

Meerjarige ontwikkeling investeringsquote

Tijdens de bespreking van de kadernota 2025 heeft de raad voorgesteld om de investeringsquote als instrument op te nemen, zodat kan worden gevolgd of er voldoende wordt geïnvesteerd. De investeringsquote is een maatstaf die de ontwikkeling in de jaarlijkse investeringen weergeeft. Door deze indicator te gebruiken, kan beter worden gemonitord of de gemeente voldoende investeert in belangrijke projecten en voorzieningen. Hiermee wordt beoogd om transparantie en verantwoording te verbeteren.

In onderstaande grafiek wordt inzicht gegeven in de tot en met 2028 verwachte ontwikkeling van de investeringsquote inclusief faseringen.